Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij [34]zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid [35]zal tot blijdschap worden. 34. Namelijk gedurende den tijd mijns lijdens en afwezens van u. 35. Namelijk als gij mij wederom levend zult zien.